Wetenschapsfilosofie: de moeite van het doorgronden waard!
De wetenschapsfilosofie is misschien wel een van de meest interessante stromingen binnen de filosofie. Interessant mag het dan zeker wel zijn; het is zeker niet een van de eenvoudigste takken. In de wetenschapsfilosofie probeert men bijvoorbeeld het karakter van wetenschappelijke stellingen te beschrijven. Daarbij staat de manier waarop deze tot stand komen centraal. Veel mensen verwachten het namelijk niet, maar toch blijken wetenschappelijke stellingen en ideeën wel degelijk te kunnen worden beïnvloed door de manier van werken bij de wetenschappers zelf. Misschien wel net zo boeiend is te onderzoeken hoe mensen wetenschappelijke kennis benaderen, inzetten en benutten, en of de manier waarop men dit doet ook beïnvloed wordt door externe factoren. Makkelijk te doorgronden is de wetenschapsfilosofie geenszins. Boeken doorlezen en online hoorcolleges beluisteren zijn dan ook activiteiten die je hopelijk verder op weg helpen hiermee.
Wat is de invloed van sociaal constructivisme op de wetenschapsfilosofie?
Hierboven hebben we al gesuggereerd dat het wel degelijk mogelijk is dat wetenschappers een klein beetje neutraliteit zouden kunnen missen in bepaalde gevallen. Dit kan mede veroorzaakt worden door de politieke en sociale ideeën die zij al hebben, en waarmee ze mogelijk zelfs zijn opgevoed. Er zijn in de wetenschap diverse filosofen en sociologen die hier vrij sterk van overtuigd zijn. Als je de zaken vanuit deze overtuiging benadert spreken we van sociaal constructivisme. Dit is misschien niet een van de hoofdstromingen binnen de wetenschapsfilosofie, maar wel een van de meest interessante. De neutraliteit van wetenschappers en bij hun bevindingen is namelijk uiteraard van eminent belang. Deze neutraliteit en objectiviteit heeft namelijk directe invloed op de betrouwbaarheid van de ideeën en bewijzen die vanuit wetenschappelijke proeven voortkomen, iets dat cruciaal is om de geloofwaardigheid en maatschappelijke steun in stand te houden.